‘Tartelette’ is een mooi woord voor taartjes. En deze kleine taartjes zijn gevuld met banketbakkersroom, ook wel crème de patissière genoemd. Deze room een onmisbaar product in de patisserie en de bakkerij. Je vindt banketbakkersroom in koekjes, broodjes en dus taartjes. Wanneer je gek bent op bakken is banketbakkersroom een belangrijke om onder de knie te hebben en het is niet heel ingewikkeld.
Deze taartjes vulde ik met frambozen – witte, uit onze moestuin nog wel -, maar kun je gerust met ander lekker fruit maken mochten frambozen niet in het seizoen zijn.
Ingrediënten: Voor het deeg 150 g bloem 75 g boter, koud en in blokjes gesneden 50 g kristalsuiker Een snufje zout
1 eidooier
Voor de banketbakkersroom
1 klein vanillestokje 500 ml melk 150 g suiker 4 eidooiers
2 el bloem
3 eetl. abrikozenjam
200 g frambozen Wat blaadjes munt
Bereidingswijze:
Zeef het bloem in een kom en voeg de klontjes boter toe. Verkruimel de boter met het bloem met je vingertoppen. Voeg de suiker en een snufje zout toe, gevolgd door de eierdooier. Kneed dit alles tot een samenhangend deeg, is het wat droog voeg dan een eetlepel water toe. Maak een bal van het deeg. Laat het deeg minstens een half uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius.
Maak ondertussen de banketbakkersroom door het vanillestokje door de lengte te halveren en de merg er uit te schrapen. Breng een pan met melk aan de kook met de vanille en de helft van de suiker.
Roer de eierdooiers los met de rest van de suiker. Meng dan de bloem erdoor. Voeg een scheutje van de warme melk toe om vervolgens het mengsel terug te schenken in de pan terwijl je roert. Breng de banketbakkersroom aan de kook en laat op laag vuur 3 minuten gaar worden. Laat dit nu afgedekt afkoelen.
Rol het deeg uit op een schoonwerkblad met wat bloem. Rol het deeg uit tot zo’n 3 millimeter. Steek rondjes uit het deeg met uitsteek ringen of met een mok. Boter wat vormpjes in en bekleed met deeg. Snijd het overtollige deeg van de vormpjes. Heb je nou geen kleine taartvormpjes kijk dan onderaan het recept voor een tip. Prik met een vork wat gaatjes in de bodem, zo voorkom je dat het deeg bol gaat staan in de oven. Bak de tartelettes in zo’n 12-18 minuten goudbruin en gaar. Haal ze na het bakken voorzichtig uit de vormpjes en laat ze afkoelen.
Zeef de jam in een steelpannetje en breng aan de kook. Kook enkele minuten en haal van het vuur af. Kwast nu de abrikozenjam aan de binnenkant van de tartelettes en de randjes aan de bovenkant. Zo gaan de taartjes niet alleen mooi glimmen maar lekt de vulling niet gelijk door het deeg. Werk wel snel, wanneer de jam afkoelt is het moeilijk om de taartjes nog te abricoteren.
Spuit de taartjes vol met banketbakkersroom, leg de frambozen op de taartjes en rol wat blaadjes munt op en leg deze ertussen.
Eet smakelijk!
Tip: heb je, zoals mij, geen tartelettes vormpjes maar wel een cupcake bakvorm? Vet dan de andere kant van de bakvorm in en leg het deeg op de bovenkant.
コメント